Wat is de leennorm?
Als u een lening wilt afsluiten, bekijkt de kredietverstrekker aan de hand van uw persoonlijke en financiële situatie wat uw mogelijkheden zijn. Daarbij beoordeelt de bank onder meer uw inkomen en vaste lasten en bepaalt de kredietverstrekker welk bedrag er na het betalen van de maandelijkse aflossing en rente minimaal over moet blijven om van te leven. Dit bedrag noemen we de leennorm. De leennorm is een belangrijke factor voor de berekening van uw leencapaciteit en maximale leenbedrag. Aan de hand van de leennorm wordt voorkomen dat u te veel leent en in de financiële problemen komt. Per 1 april 2021 zijn de leennormen verder aangescherpt.
Hoe wordt de leennorm berekend?
De leennorm wordt berekend aan de hand van een formule en verschilt per situatie. Zo is de leennorm mede afhankelijk van uw gezinssamenstelling en woonsituatie.
Voor het berekenen van de leennorm wordt allereerst uw basisnorm vastgesteld. Dit is het bedrag dat een gezin minimaal nodig heeft om rond te kunnen komen. Het Nibud stelt per gezinssamenstelling een basisnorm vast. Ook de woonsituatie speelt daarbij een rol. Iemand met een koopwoning moet namelijk meer geld overhouden voor onderhoud van de woning. Komt uw netto-inkomen (inclusief toeslagen en vakantiegeld) onder de basisnorm, dan mag de bank u geen lening verstrekken.
Basisnorm en opslagpercentage
Naast de basisnorm, hanteert de bank voor de berekening een inkomensafhankelijk opslagpercentage dat bij de basisnorm wordt opgeteld. De basisnormen en opslagpercentages voor consumptief krediet per 1 april 2021 in verschillende situaties vindt u hieronder:
Alleenstaande met koopwoning, opslagpercentage: €1.181, 15%
Alleenstaande met huurwoning, opslagpercentage: €1.071, 15%
Alleenstaande met kinderen met koopwoning, opslagpercentage: €1.842, 12,5%
Alleenstaande met kinderen met huurwoning, opslagpercentage: €1.732, 12,5%
Stel met koopwoning, opslagpercentage: €1.673, 12,5%
Stel met huurwoning, opslagpercentage: €1.562, 12,5%
Stel met kinderen met koopwoning, opslagpercentage: €2.140, 10%
Stel met kinderen met huurwoning, opslagpercentage: €2.030, 10%
Voorbeeldberekening basisnorm
Woont u samen in een koopwoning, heeft u kinderen en verdient u 4.000 euro, dan telt de bank 10 procent van uw inkomen bij de basisnorm op. Het bedrag dat u minimaal moet overhouden na het voldoen van uw maandelijkse leenlasten bedraagt dan €2.140 + €400 = €2.540.
Leennorm formule
Voor de berekening van de leennorm gebruikt de bank deze formule: basisnorm + (opslagpercentage*(inkomen – minimuminkomen)). Het minimuminkomen voor de berekening van de leennorm bedraagt in 2021/2022 €1.523 per maand. In het geval van een stel met kinderen, wonend in een koopwoning ziet de berekening er dan als volgt uit: €2.140 + (10%*(€4.000 – €1.523)) = €2.387.70
De leennorm vormt de basis voor uw persoonlijke leencapaciteit en het maximale bedrag dat u kunt lenen.
Uw leenmogelijkheden bij Ambtenarenlening
(Semi) ambtenaar en benieuwd naar uw leenmogelijkheden, vraag een vrijblijvende offerte aan bij Ambtenarenlening.